Je eerste autorijles, de meeste mensen kunnen zich deze nog erg goed herinneren! 

Klamme handjes, lichte tintelingen in je buik…Voor de één misschien wat meer

dan voor de ander, maar toch, een beetje spannend is het voor iedereen wel.

Waarom eigenlijk?

Als je om je heen kijkt in het dagelijkse verkeer dan zie je toch ongelooflijk veel mensen die allemaal kunnen autorijden. De een misschien wat beter dan de ander, maar toch......

Deze mensen hebben het ook allemaal geleerd!

Waar moet je aan voldoen om goed te kunnen autorijden en om te slagen voor je rijexamen?

Tijdens het examen wordt er gelet op vijf onderdelen:

• Omgaan met het voertuig

   Heb je de auto onder controle en bedien je de auto op de juiste wijze

• Veiligheid

   Hou je voldoende ruimte om de auto en herken je mogelijke gevaren op tijd

• Doorstroming

   Hinder je het andere verkeer niet onnodig

• Sociaal rijgedrag

   Hou je rekening met het andere verkeer, met name zwakkere verkeersdeelnemers zoals

   kinderen, ouderen, voetgangers en fietsers en vang je eventuele fouten van anderen zo goed

   mogelijk op

• Milieubewust rijden

   Pas je ‘Het nieuwe rijden’ in de praktijk toe

Om deze vijf onderdelen goed onder de knie te krijgen,

is het belangrijk dat je goed rijles krijgt.

Het CBR geeft 7 tips voor het praktijkexamen.

In een nieuwe voorlichtingsvideo geeft het CBR tips voor het praktijkexamen. De tips gaan over zeven onderdelen, zoals het in- en uitvoegen en het aanhouden van de juiste snelheid. Kandidaten krijgen de video toegestuurd via de mail na het slagen voor het theorie-examen.

Tip 1: Waarop moet je letten bij het wegrijden?

          Tijdens het wegrijden moet je de auto onder controle hebben. Ook moet je goed om je heen kijken, zo   

          voorkom je dat je andere weggebruikers hindert.

Tip 2: Waarop moet je letten bij rechte en bochtige weggedeelten?

          Op rechte en bochtige weggedeelten zorg je voor genoeg ruimte vóór, achter en naast de auto. Let erop

          dat je mogelijk gevaar op tijd ziet en hier dus goed op kunt reageren. Houd ook een juiste snelheid aan:

          vlot waar het kan en rustig waar dat nodig is.

Tip 3: Waarop moet je letten bij kruispunten?

          Als je op een kruispunt af rijdt, moet je goed vooruit kijken en je snelheid aanpassen aan de situatie.   

          Zorg ervoor dat je de verkeersregels goed toepast en op de juiste manier om je heen kijkt. Laat andere

          weggebruikers op tijd weten wat je van plan bent.

Tip 4: Waarop moet je letten bij het invoegen en uitvoegen?

          Bij het invoegen en uitvoegen is het heel belangrijk dat je om je heen kijkt en vooruit kijkt. Je moet

          namelijk op het goede moment en met de juiste snelheid in- en uitvoegen. Daarbij mag je niemand

          hinderen.

Tip 5: Waarop moet je letten bij inhalen en van rijstrook wisselen?

          Bij het inhalen of wisselen van rijstrook mag je niemand hinderen. Kijk goed en op het juiste moment om

          je heen om de verkeersregels toe te passen. Laat op tijd aan andere weggebruikers weten wat je van

          plan bent.

Tip 6: Waarop moet je letten bij bijzondere weggedeelten?

          Er zijn verschillende bijzondere weggedeelten, zoals voetgangersoversteekplaatsen en rotondes. Hierbij

          let je op je kijkgedrag en snelheid. Belangrijk is ook het voorrang verlenen en vóór laten gaan.

Tip 7: Waarop moet je letten bij bijzondere manoeuvres?

          Er zijn drie bijzondere manoeuvres: de parkeeropdracht, de omkeeropdracht en de stopopdracht. Je doet

          er twee, waarbij je bij minimaal één bijzondere manoeuvre achteruit moet rijden. Soms doe je ook nog

          een hellingproef. Zorg ervoor dat je de bijzondere manoeuvres op een veilige en logische plaats uitvoert

          en dat je de auto onder controle hebt. Let ook op dat je goed kijkt en dat je rekening houdt met andere

          weggebruikers.